Blog: Mama

 

 

Regelmatig schrijft een van onze zorgvrijwilligers over haar ervaringen in ons hospice. Deze keer vertelt Shirley over ‘die lieve mevrouw van ver in de 80’, die bang is en verward. Shirley blijft bij haar en aait zachtjes over haar hoofd.

Het is een rustige zaterdagavond. Ik heb net mijn rondje langs de gastenkamers gemaakt en ben op weg terug naar de huiskamer om met mijn collega een kopje koffie te drinken. Plotseling zwaait de deur van kamer 3 open. De zoon van de mevrouw die daar sinds een paar weken verblijft stapt in tranen de gang op. “Kom alsjeblieft helpen! Mama is helemaal in de war en ik weet niet wat ik moet doen!” De wanhoop en pijn in zijn stem zijn hartverscheurend. Ik loop snel achter hem aan, hopend dat ik het vertrouwen dat hij zo duidelijk in mij stelt kan waarmaken. In de kamer tref ik zijn moeder aan die rusteloos in het bed woelt, doodsbang voor iets dat voor ons onzichtbaar is. Ze heeft een delier. De droge definitie daarvan gebruikt woorden als ‘bewustzijnsverlaging’, ‘angst’ en ‘hallucinaties’. Woorden die geen recht doen aan het schrijnende beeld voor mij.

 

Een lieve mevrouw van ver in de 80 die in de allerlaatste fase van haar leven zó hartverscheurend bang is. Ik pak haar hand en probeer haar te kalmeren. Haar rusteloos dwalende ogen landen op mij. “Mama? Mama?!” In mij wordt het heel stil. Haar stem is niet meer die van een volwassen vrouw, niet meer de stem die ik de afgelopen weken heb leren kennen. Haar stem is die van een doodsbang kind. Een kind dat wanhopig op zoek is naar haar moeder. Een moeder om haar te beschermen en een kus te geven, een moeder die de angst wegneemt. Ergens in haar, in deze vrouw die een heel leven achter de rug heeft, woont nog steeds dat kleine meisje. Dat meisje die haar moeder nodig heeft.

Ik weet dat de thuiszorg zo komt om haar medicijnen te geven die haar weer wat dichter bij ons brengen. Tot die tijd blijf ik bij haar. Ik aai zachtjes over haar hoofd en dek haar toe. “Mama is hier, meisje. Je bent veilig.”